Het team bestaat uit de musher, de honden en een handler.

Honden teamleden krijgen titels volgens hun positie in het team ten opzichte van de slee/kar. Deze omvatten; lead dogs, swing dogs, team dogs en wheel dogs.

MUSHER: De persoon die het span bestuurt op de slee, kar of step.

HANDLER: De handler helpt de musher bij alle handelingen zoals bijvoorbeeld het in- en uitspannen van de honden. Een goede handler is onmisbaar en neemt de musher een hoop werk uit handen.

LEAD DOG(S): De leidhond(en). Dit zijn één of twee honden die vooraan in het span lopen. Deze bepalen de tempo en sturen de rest van het team aan. Eigenschappen voor een goede leidhond zijn: intelligentie, initiatief, gezond verstand en het vermogen om een goede spoor in slechte condities te vinden.

SWING DOGS: De honden die direct achter de lead dog(s) lopen. Deze honden helpen om de bochten te maken.

TEAM DOGS: Deze honden voegen extra kracht aan het team. De term kan worden gebruikt voor het beschrijven van elke hond in een hondenteam.

WHEEL DOGS: Zijn de honden die het dichtst voor de slee/kar en de musher staan. Zijn ook meestal de sterkste honden van het team. Kracht, stabiliteit, en het vermogen om te helpen om de slee/kar door scherpe bochten te leiden zijn de kwaliteiten die gewaardeerd worden van de "wheelers."